20e eeuw. Modernisering, Welvaart & Einde zilvergeld

Groot, Jan van Arkel, Bisdom Utrecht, 3e of 4e emissie 1348-1363
Groot, Jan van Arkel, Bisdom Utrecht, 3e of 4e emissie 1348-1363

Rijksdaalder 1966 van Juliana

De industrialisatie en verstedelijking die begon in de 19e eeuw zette versneld door en zorgde voor een grote transformatie in de eerste decennia van de 20e eeuw. Inkomens van arbeiders lagen begin 20e eeuw tussen 15 en 20 gulden per week. Kreeg je na studie een kantoorbaan dan lag je inkomen meestal tussen de 30 en 50 gulden per week.

In de jaren 30 waren de prijzen snel gestegen, maar de inkomens veel minder. De huur van een woning was eind jaren 30 ongeveer 35 gulden per maand voor een middenstandswoning tot 80 gulden per maand voor een luxewoning. Best prijzig allemaal met een arbeiders inkomen van 25-30 gulden per week. Zeker na de welvarende jaren 20 waren de jaren 30 met stijgende prijzen en stagnerende inkomens geen makkelijke tijd.

Tijdens de tweede wereldoorlog werd Nederland van 1940 tot 1945 bezet door nazi-Duitsland. De wederopbouwperiode na de oorlog leidde tot economische groei en sociale veranderingen, waaronder de introductie van sociale voorzieningen en de afbouw van het koloniale rijk. Na de oorlog was er werk genoeg, maar het inkomen laag. Rond 1948 verdiende je als magazijnmedewerker, telegrambezorger, loopjongen of hulp in de huishouding ongeveer 4 á 5 gulden per dag. De KLM bood in 1948 vluchten aan van Amsterdam naar Twente, Groningen, Leeuwarden en Maastricht voor 28 tot 38 gulden voor een retour. Een weekloon in die tijd voor een arbeider! Een goedkoper tripje in die tijd was een dagtocht naar Valkenburg per dieseltrein met Cebuto reisbureau voor 12 tot 15 gulden inclusief entrees, diner en consumpties.

In de jaren 50 en 60 stegen de inkomens in snel tempo. Een dagloon in 1948 was bijna het uurloon in 1968. In 1969 was er veel behoefte aan personeel. Interlance Uitzendbureau uit Amsterdam zocht typistes voor 5 gulden per uur en stenotypistes voor 6,75 gulden per uur. Een werkster moest het doen met  f 3,75 per uur.

De jaren '60 brachten een culturele revolutie, met protesten, maatschappelijke veranderingen en de opkomst van sociale culturen. De periode eindigde met een veranderend politiek landschap en groeiende invloed van globalisering.

Al met al kenmerkte de eerste helft van de 20e eeuw zich door een verschuiving van een traditionele agrarische samenleving naar een moderne, geïndustrialiseerde en meer diverse samenleving.

Monetair gezien was de 20e eeuw het einde voor de zilveren munten. Zie ook de pagina Muntgeld en koopkracht in de 20e eeuw.

Naast markthallen kwamen er supermarkten en winkelcentra om inkopen te doen. Zie ook de pagina Voedingsmiddelen in de 20e eeuw.

De mode veranderde snel in de 20e eeuw. Zie ook de pagina Kleding in de 20e eeuw.

Door de industrialisatie nam de stedelijke ontwikkeling verder door met grootschalige uitbreidingen en goedkope woningen. Zie ook de pagina Wonen in de 20e eeuw.

In de loop van de 20e eeuw werden paard en trekschuit steeds meer verdrongen door auto en trein. En later kwam ook het vliegtuig. Zie ook pagina Reizen in de 20e eeuw. Om te kunnen overnachten ontstonden steeds meer vormen van hotels. Van goedkopere hostels tot luxe gelegenheden. Zie ook pagina Overnachten in de 20e eeuw.

De ontwikkelingen van kennis en technologie maakten ook beroepen zoals die van timmerman en dokter steeds professioneler in de 20e eeuw. Zie ook de pagina's Timmerman in de 20e eeuw en Dokter in de 20e eeuw

Ook in de 20e eeuw waren er volksfeesten, jaarmarkten en kermissen. Maar er kwamen ook andere vormen van vermaak, zoals bioscopen, pretparken en vakantiereizen. Zie ook de pagina Vermaak in de 20e eeuw.

Meer informatie, voorbeelden en overzichten staan in het boek "Zeven Eeuwen Zilvergeld In De Nederlanden"