Voeding in de 14e eeuw

In steden waren er markten waar boeren uit de omgeving hun producten verkochten, zoals graan, fruit, vlees, vis en zuivelproducten. Deze markten vonden vaak plaats op een centraal plein in de stad en waren erg populair bij de lokale bevolking. Ze werden meestal eens per week gehouden.  De markt was meestal opgebouwd uit kraampjes of tafels waar de goederen werden uitgestald. Prijzen waren afhankelijk van veel factoren en konden nogal schommelen, maar een indicatie van prijzen voor voedingsmiddelen in de 14e eeuw is:

  • Een liter bier 1,5 tot 3 penningen
  • Een hand kleine visjes, zoals haring: 1 tot 3 penningen
  • Een pond roggebrood: 4 penningen
  • Een liter melk: 5 penningen
  • Een pond kaas: 6 penningen
  • Een mandje appels of peren: 1 groot
  • Een dozijn eieren: 1 groot
  • Een pond kabeljauw: 1 groot
  • Een pond boter: 2 groot
  • Een pond varkensvlees: 2 groot
  • Een pond rundvlees: 3 groot

Groenten werden veelal zelf verbouwd voor eigen gebruik. Een ambachtsman had een karig menu. Meestal alleen wat roggebrood en wat melk. Of een combinatie hiervan om wat pap te maken. Afhankelijk van de regio en het seizoen ook wat vis, kaas, groente of fruit. Of men maakte hier een stoofpot of soep van. Meer welgestelde mensen hadden meer keuze, zoals verschillende brood- en kaassoorten. Vlees en vis en soms ook exotische ingrediënten, zoals specerijen, suiker en gedroogd fruit. Naast bier hadden ze ook betere wijnen.

Ook dieren werden verhandeld op de markt. De prijs van dieren was sterk afhankelijk van de kwaliteit. Een gans of kip kocht je al voor een paar penningen tot 1 groot. De prijs van een varken lag tussen 1 en 2 schelling (12 tot 24 grooten). Een moederschaap met lammeren kon wel 4 schellingen opbrengen, terwijl enkel een lam ongeveer 3 grooten opbracht. Een koe bracht tussen 4 en 6 schelling op en een os tot 10 schelling. Een goed rijpaard moest minimaal een pond kosten (6 goudguldens of 20 schellingen).

Deze prijzen zijn gemiddelde prijzen in de 14e eeuw. De prijzen fluctueerden echter sterk. Begin 14e eeuw kon je voor een penning nog een penningbrood kopen van ongeveer een pond. Datzelfde brood kostte eind 14e eeuw ongeveer een halve groot! Bovendien kenmerkt de 14e eeuw zich door vele oorlogen en rampen, zoals de zwarte dood. Deze pestepidemie duurde van 1347 tot 1351 met rampzalige gevolgen. In tijden van rampen en oorlogen zullen de prijzen fors hoger geweest zijn.