Overnachten in de 18e eeuw

In de 18e eeuw werden de overnachtingsmogelijkheden verder aangepast aan de veranderende reisbehoeften en maatschappelijke ontwikkelingen. Door verbeterde infrastructuur, zoals wegen en transportmiddelen, werd reizen gemakkelijker en toegankelijker. Dit leidde tot een grotere behoefte aan overnachtingsmogelijkheden langs belangrijke reisroutes.

Voor de lagere klasse ontstonden er steeds meer slaapplekken bij particulieren voor ongeveer 2 stuivers per dag. Maar dan het je niet veel meer dan een slaapplek ergens in een hoek van een werkruimte of zolder bij mensen thuis.

Terwijl sommige herbergen traditionele diensten bleven bieden, begonnen andere zich aan te passen aan de toenemende vraag naar comfort, efficiëntie en verfijning. Herbergen in stedelijke gebieden ontwikkelden zich snel en pasten zich aan aan de behoeften van stadsbewoners, reizigers en handelaren. Er werd meer aandacht besteed aan comfortabele bedden, schoon beddengoed en betere sanitaire voorzieningen.

Herberg De Zilveren Koets was mogelijk een charmante herberg in een schilderachtig stadje in Gelderland. Met zijn elegante uitstraling en warme gastvrijheid was het een geliefde bestemming voor zowel lokale bewoners als reizigers die op zoek zijn naar betaalbare comfort en stijl.  Gasten konden kiezen uit een verscheidenheid aan accommodatie-opties. De herberg bood goed ingerichte kamers met meubels en zachte bedden. Standaardkamer voor 18 stuivers per nacht en een luxe kamer voor 1 gulden en 10 stuivers per nacht, inclusief bad faciliteiten. Een budgetoptie voor 8 stuivers was een plek in één van de slaapzalen met redelijk comfortabele bedden en gordijnen voor privacy. In het fraaie eetgedeelte van De Zilveren Koets konden gasten genieten van heerlijke huisgemaakte maaltijden. Het menu omvatte lokale gerechten zoals smaakvolle stoofpotten, versgebakken brood en lokale kazen, evenals verfrissende drankjes, waaronder lokale bieren en huisgemaakte frisdranken. Een uitgebreid drie gangen menu werd aangeboden voor 12 stuivers. De herberg bood daarnaast gezellige salons en lounges waar gasten kunnen ontspannen, converseren en genieten van elkaars gezelschap. De Zilveren Koets voorzag in nette en goed onderhouden bad faciliteiten waar gasten zich konden opfrissen na hun reis.

In 1757 was het Kasteel van Antwerpen aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam een populaire herberg. Een reiziger met bediende kreeg twee kamers, één voor hemzelf en éen voor zijn bediende, voor een gulden per nacht. Een maaltijd voor vier personen kostte hem drie gulden en vier stuivers. Reizigers die enkele maanden in de stad moesten zijn, konden echter beter een kamer huren in een Burgerhuis ergens in de grachtengordel voor maximaal 9 gulden per maand.

Daarnaast begonnen herbergen steeds meer vormen van vermaak te organiseren. Zie ook de paragraaf Vrije tijd en Vermaak.

 

Amstel met Amsteldijk en links herberg de Berebijt rond 1750, Amsteldijk 25, Johannes Schouten (1716-1792). Collectie Stadsarchief Amsterdam