Wonen in de 15e eeuw

In de 15e eeuw stegen de huurprijzen van woningen in de Nederlanden vergeleken met de 14e eeuw. Over het algemeen werden eenvoudige huizen gehuurd door ambachtslieden en waren luxere huizen voorbehouden aan welgestelde burgers.

Een voorbeeld van een eenvoudig huis dat in de 15e eeuw werd gehuurd door een ambachtsman was een eenvoudige kamer met een bedstede, een open haard en een kleine keukenhoek. De huurprijs hiervan was ongeveer 3,5 grooten per week of 15 grooten per maand. Een luxere woning in de 15e eeuw was een stenen huis met meerdere kamers en een eigen binnenplaats. Dit soort huizen werden vaak gehuurd door meer welgestelde burgers. De huurprijs hiervan varieerde afhankelijk van de locatie en grootte, maar kon oplopen tot 60 grooten of 1½ goudgulden per maand. De huurprijs van grote woningen in centra van grotere steden kon wel oplopen tot 5 goudguldens of meer per maand.

De St Jakobsparochie in Gent verhuurde in 1492 in totaal 91 woningen aan ongeschoolde arbeiders. De huur varieerde van 2 tot 10 grooten per maand. Dat kwam neer op ½e groot tot 2½e groot per week. Dat was relatief goedkoop, maar de goedkoopste variant was niet veel meer dan één kleine ruimte.