15e eeuw. Handel, Veranderingen & Stuivers

Groot, Jan van Arkel, Bisdom Utrecht, 3e of 4e emissie 1348-1363
Groot, Jan van Arkel, Bisdom Utrecht, 3e of 4e emissie 1348-1363

Jager of dubbele stuiver van David van Bourgondië 1477 uit Utrecht

De 15e eeuw in de Nederlanden werd gekenmerkt door politieke complexiteit en culturele bloei. De opkomst van de Bourgondische Nederlanden onder Philips de Goede bracht een periode van relatieve stabiliteit en economische groei. Philips de Goede (1396-1467) kreeg  in de eerste decennia van de 15e eeuw de controle over Vlaanderen, Brabant, Limburg, Holland en Zeeland. De gebieden Utrecht, Gelderland, Friesland en Groningen waren nog zelfstandig, maar wel sterk afhankelijk van de Zuid-Nederlandse economie. Steden als Brugge, Gent en Antwerpen floreerden als handelscentra. Dankzij de uitvinding van de boekdrukkunst kon kennis zich makkelijker verspreiden. Ondanks deze vooruitgang brachten religieuze conflicten ook onrust.

De zoon van Philips de Goede, Karel de Stoute (1433-1477) liet samen met zijn dochter Maria van Bourgondië (1457-1485) vanaf 1474 dubbele stuivers slaan die vuurijzers werden genoemd. Ook haar zoon Philips de Schone (1478-1506) liet stuivers en dubbele stuivers slaan. Deze munten circuleerden al snel overal in de Bourgondische Nederlanden.

Ook Utrecht, Groningen, Gelderland en Friesland sloegen grooten, stuivers en dubbele stuivers in die periode. Een belangrijke muntsoort was de jager of dubbele stuiver van 1454 tot 1500. Vanaf 1496 kwam Karel van Gelre met de snaphaanschellingen van 6 stuivers. Toen was de schelling niet alleen een rekenmunt meer, maar ook een bestaande munt geworden. Gaandeweg gingen zij ook over op de Bourgondische munten naarmate ze meer onder invloed kwamen van Karel de Stoute en zijn opvolgers. Zie ook de pagina Muntgeld en koopkracht in de 15e eeuw.

In steden waren er markten waar boeren uit de omgeving hun producten verkochten, zoals graan, fruit, vlees, vis en zuivelproducten. Voor prijzen van marktproducten zie ook de pagina Voedingsmiddelen in de 15e eeuw.

In de 15e eeuw droeg men veelal een tuniek van wol of linnen. Zie ook de pagina Kleding in de 15e eeuw.

De meeste mensen woonden in huizen van hout en leem of (deels) baksteen. Huizen die men zoal kon huren staan op de pagina Wonen in de 15e eeuw.

Reizen deed men in die tijd vooral lopend. En als je goederen moest vervoeren reisde men met kar en ezel of per boot. Per paard was voorbehouden aan edellieden en ridders. Maar reizen per boot werd voor personen steeds meer mogelijk. Zo betaalde je 3 grooten voor de reis per boot van Utrecht naar Woerden. Bij langere reizen waren er herbergen om te kunnen overnachten. Zie ook pagina Overnachten in de 15e eeuw.

Twee beroepen die al bestonden in de 15e eeuw waren die van timmerman en dokter. Op de pagina's Timmerman in de 15e eeuw en Dokter in de 15e eeuw worden deze beroepen beschreven en hoe hun inkomsten en uitgaven er konden uitzien.

Ook in de 15e eeuw waren er jaarmarkten en kermissen. Zie ook de pagina Vermaak in de 15e eeuw.

Meer informatie, voorbeelden en overzichten staan in het boek "Zeven Eeuwen Zilvergeld In De Nederlanden"