Kleding in de 16e eeuw
Door de groei van de bevolking en stijgende welvaart stegen de prijzen van kleding. De kwaliteit nam in het algemeen ook toe. Een eenvoudige tuniek of jurk van katoen of linnen kocht je voor 2 tot 10 gulden, afhankelijk van de kwaliteit van het materiaal en het vakmanschap. De prijzen van een luxe, zijden overkleed voor vrouwen varieerden van 10 tot 50 gulden of zelfs meer, afhankelijk van het ontwerp en de verfijning. Kledingstukken met luxe versieringen, zoals hand geborduurde patronen, kantwerk of edelstenen, brachten extra kosten met zich mee, variërend van 2 tot 20 gulden boven op de basisprijs.
Een hoed of paar handschoenen kostte tussen de 1 en 5 gulden, afhankelijk van kwaliteit, het ontwerp en de materialen. De jongens in het weeshuis van Woerden kregen in 1630 jaarlijks een nieuw hoofddeksel, maar dan wel een zeer eenvoudige variant van 2 schellingen of 12 stuivers.
Een jas of mantel varieerde in prijs. Een eenvoudige jas of mantel kocht je voor rond de 8 gulden. Maar voor een luxere versie van betere kwaliteit met zijde of fijner wol en decoratieve elementen kon de prijs oplopen tot 50 gulden of meer. Een fluwelen jas was nog duurder.
Eenvoudige leren schoenen, vergelijkbaar met voorgaande eeuwen maar mogelijk meer verfijnd, kostten tussen de 3 en 8 gulden, afhankelijk van de kwaliteit van het leer en het vakmanschap. Luxere schoenen, gemaakt van fijn leer en mogelijk versierd met borduursels of andere decoraties, waren duurder. Prijzen varieerden van 10 tot 20 gulden, afhankelijk van het ontwerp en de materialen. Laarzen waren populair bij reizigers en mensen die te paard reden. Zij betaalden daar minimaal 5, maar al snel 20 gulden voor, afhankelijk van het ontwerp en de gebruikte materialen.
Stads-roedragers waren stadsbodes of helpers van de burgermeester. Voor het aanzien van de burgemeester van Amsterdam kregen de stads-roedragers een livrei bestaande uit lange, wijde, rode rokken met zwarte stroken en witte kruisen. De stof kocht men bij lakenkooper Albert de Veer, waarna meester snijder Martijn Jansz er livreien van maakte. Elk pak kwam neer op ruim 18 gulden.
Hieronder een schilderij van een handelaar met zijn vrouw.
Portret van een vrouw en een portret van een man, Maarten van Heemskerck, 1529 (Online Collectie Rijksmuseum)