14e eeuw. Onrust, uitdagingen & Grooten
Groot, Jan van Arkel, Bisdom Utrecht, 3e of 4e emissie 1348-1363
De 14e eeuw in de Nederlanden was een periode van tumultueuze veranderingen. De regio werd getroffen door sociale onrust, economische schommelingen en politieke verschuivingen. Steden zoals Brugge, Gent en Amsterdam floreerden dankzij de opkomende handel en nijverheid, wat leidde tot groeiende welvaart. Vanuit Italië kwam de gouden gulden en er kwamen ook grotere zilveren munten; de groot. Tegelijkertijd zorgden conflicten zoals de Honderdjarige Oorlog en interne twisten voor instabiliteit. De opkomst van de Bourgondische hertogen bracht enige eenheid, maar versterkte ook de centralisatie van de macht. De pestepidemieën, zoals de Zwarte Dood, veroorzaakten verwoesting en decimeerden de bevolking. Cultureel gezien was de 14e eeuw een tijd van gotische kunst en literatuur, met meesterwerken zoals de bouw van de Domtoren in Utrecht.
De Nederlanden waren in de 14e eeuw versnipperd in verschillende gewesten, graafschappen, hertogdommen en bisdommen. Min of meer zelfstandig, maar onder invloed van het Duitse rijk en in steeds sterkere mate afhankelijk van graafschap Vlaanderen. De huidige noordelijke provincies van de Nederlanden waren in het machtsspel nauwelijks van belang, omdat ze een zeer agrarische infrastructuur hadden.
De kleine zilveren penningen die al eeuwen in de Nederlanden circuleerden voldeden niet meer bij de toenemende handel. Er kwamen grotere zilveren munten; grooten en dubbele grooten. Zie ook de pagina Muntgeld en koopkracht in de 14e eeuw.
In steden waren er markten waar boeren uit de omgeving hun producten verkochten, zoals graan, fruit, vlees, vis en zuivelproducten. Voor prijzen van marktproducten zie ook de pagina Voedingsmiddelen in de 14e eeuw.
In de 14e eeuw droeg men veelal kleding van wol of linnen. Zie ook de pagina Kleding in de 14e eeuw.
De meeste mensen woonden in huizen van hout en leem of (deels) baksteen. Huizen die men zoal kon huren staan op de pagina Wonen in de 14e eeuw.
Reizen deed men in die tijd vooral lopend. En als je goederen moest vervoeren reisde men met kar en ezel of per boot. Per paard was voorbehouden aan edellieden en ridders. Een paard kostte 6 tot 10 gulden. Toch al snel 3 tot 5 maanden loon van een arbeider. Bij langere reizen waren er al herbergen om te kunnen overnachten. Herbergen in die tijd worden beschreven op pagina Overnachten in de 14e eeuw.
Twee beroepen die al bestonden in de 14e eeuw waren die van timmerman en dokter. Op de pagina's Timmerman in de 14e eeuw en Dokter in de 14e eeuw worden deze beroepen beschreven en hoe hun inkomsten en uitgaven er konden uitzien.
Ook in de 14e eeuw waren er al jaarmarkten en ker(k)missen. Zie ook de pagina Vermaak in de 14e eeuw.
Meer informatie, voorbeelden en overzichten staan in het boek "Zeven Eeuwen Zilvergeld In De Nederlanden"